voor 8 personen
1 el zwarte peperkorrels 1,5 liter ganzenvet
1 el verse rozemarijntakjes 8 eendenbouten à 200 gram
1 el verse tijmblaadjes 5 tenen knoflook, geplet
3 kruidnagels 100 g grof zeezout
extra nodig: vijzel,vershoudfolie,keukenpapier,zware stoofpan of vuurvaste aardewerken schaal,grote glazen of aardewerken pot met deksel
Pekelen:
Doe de peper, rozemarijn, tijm en kruidnagels in een vijzel en stamp tot een grof mengsel. Doe over in een ruime kom samen met het zout en de knoflook. Wrijf de eend in met het kruidenmengsel. Vouw er een dubbele laag vershoudfolie over. Leg er iets zwaars op (vijzel).
Zet 24 tot 36 uur in de koelkast.
Konfijten:
Verwarm de oven voor op 130 graden. Laat het vet in een pan op laag vuur smelten. Wrijf de bouten voorzichtig schoon met keukenpapier. Laat ze in het vet zakken. Zet de schaal in het midden van de oven en laat de eendenbouten 1,5 tot 2 uur zachtjes garen. Controleer of het vet niet borrelt en verlaag zo nodig de temperatuur een beetje.
Bewaren:
Haal de bouten met een schuimspaan uit het vet en leg ze op een bord. Zeef het warme vet in een vergiet (met een dubbele laag keukenpapier erin) boven een kom. Schenk een laagje ganzenvet in de bewaarpot en zet een uur in de koelkast om op te stijven. De eendenbouten en de rest van het vet kun je op kamertemperatuur laten. Schik de bouten in de pot. Schenk het ganzenvet erover tot de bouten geheel zijn bedekt. Sluit de pot af en bewaar deze tot gebruik in de koelkast.
Serveren:
Laat de pot op kamertemperatuur komen en haal de bouten eruit. Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Schuif ca. 10 min. onder een hete grill tot het velletje krokant is. Serveer met (zoete) aardappelpuree of gestoofde linzen.